Ruim 30 jaren lagen mijn trompetten in de kast. Werk en andere bezigheden verhinderden het studeren en een eventueel lidmaatschap van een orkest. En dan, na je pensionering gaat het toch weer kriebelen. Je haalt de trompetten toch weer uit de kast en begint wat te spelen. Het klinkt roestig, de ademhalingstechniek is compleet weggezakt, de kwaliteit van je embouchure laat zich met slechts één woord omschrijven: “Bagger”. Met deze conclusies is het meer dan duidelijk dat er opgefrist moet worden, bij voorkeur met de hulp van een leraar die bereid is enige tijd in een gepensioneerde liefhebber te stoppen. Die leraar vond ik in Henk Buurman. Hij luisterde, hoorde aan waar ik heen wilde en kwam met een kort en prima antwoord: Daar gaan we aan werken. Dit speelde zich ruim twee jaar geleden af. En hoe is het nu? Daar kan ik kort over zijn: Ik speel bijna weer zoals ik speelde toen ik 30 jaren geleden de toeters in de kast stopte. Ik kan weer twee uur per dag studeren, en bovenal: Ik beleef er weer mateloos veel plezier aan. Perfect is het nog niet, maar met de dag gaat het beter, speel ik makkelijker. Wat wil je nog meer? En dat allemaal dankzij een docent die met alle liefde zijn kennis, kunde en vaardigheden inzet om mijn gebrabbel op een trompet aanhoorbaar te maken. Dus mijn dank voor het geduld die je bereid bent op te brengen om een pensionado het kunstje weer bij te brengen.